Home/ Areddo/ Areddo handleiding/

Areddo handleiding

Switch to English

Navigatie en snedes

zoomscreens.png

Zoom

Gebruik het scrollwiel van de muis om in en uit te zoomen in de richting van de cursor.

fittoviewscreens.png

Totaalbeeld modelbox

Klik met de linker muisknop buiten de modelbox om deze volledig in beeld te brengen.

spinscreens.png

Draaien modelbox

Houd de linkermuisknop ingedrukt tijdens het bewegen van de muis. Het model draait rond het rotatiepunt.

panscreens.png

Slepen modelbox

Houd de linkermuisknop ingedrukt vóór het bewegen van de muis, tot de cursor verandert in de sleep- of sleep/snede cursor. Buiten de modelbox verandert de cursor in de sleepcursor, en kun je in elke richting slepen terwijl je de linkermuisknop ingedrukt houdt. Binnen de modelbox verandert de cursor in de sleep/snede cursor. Om te slepen beweeg je de muis haaks op de richting van de snedepijlen. Een beweging in de richting van een snedepijl start het maken van een snede.

viewpointsscreens.png

Kijkpunten

Boven de randen van de modelbox verandert de cursor in de kijkpuntcursor. Klik met de linker muisknop op het gewenste kijkpunt om te schakelen tussen kijkpunten.

panscreens.png

Snedes

Houd de linker muisknop ingedrukt op het gewenste snijpunt en start de muisbeweging nadat de cursor is veranderd in de sleep/snede cursor. Beweeg in de richting van de paarse pijlen om een snede te starten. Houd tijdens het snijden de linker muisknop ingedrukt en laat deze los om te stoppen met het maken van de snede.

Binnen de modelbox

cutpoints1.png

Aan de randen van de modelbox

cutpoints2.png

walkscreens.png
walk.png

Loopmodus

Klik op de loopmodusknop om de loopmodus te activeren. Klik nogmaals om af te sluiten.

Loopmodus bedienen met de muis

  • Gebruik het muiswiel om naar voor en achter te lopen in de richting van de cursor.

  • Houd de linker muisknop ingedrukt tijdens het bewegen om rond te kijken.

  • Houd de linkermuisknop ingedrukt en begin met bewegen nadat de sleepcursor verschijnt om te slepen.

Loopmodus bedienen met het toetsenbord

  • Gebruik de pijltjestoetsen om naar voren, achter, links en rechts te bewegen.

  • Page Up: verhoog de loopsnelheid.

  • Page Down: verlaag de loopsnelheid of verhoog de achteruitsnelheid vanuit stilstand.

Commando's

open.png

Open bestand

Activeer het 'Open' commando om de Windows Verkenner te starten. Blader naar de locatie en selecteer één of meerdere modellen en klik 'Open', of druk op Enter.

Areddo ondersteunt de volgende bestanden:

  • IFC

  • IFCZIP

  • GML

  • PTS

  • GML

  • DWG

add-files.png

Bestand toevoegen

Activeer het 'Bestand toevoegen' commando om bestanden toe te voegen aan een bestand dat geopend is. Blader naar de locatie en selecteer één of meerdere modellen en klik 'Open', of druk op Enter.

fastreload.png

Snel herladen

Activeer het 'Snel herladen' commando om een ADL bestand aan te maken. De volgende keer dat je het model laadt, zal Areddo in plaats daarvan het ADL bestand laden, dat tot 20 keer sneller laadt. Het is ook mogelijk om direct het ADL bestand te laden of het zonder het bijbehorende IFC bestand te versturen. ADL bestanden kunnen alleen met Areddo bekeken worden.

perspective.png

Perspectief

Het 'Perspectief' commando schakelt tussen een parallel en perspectief beeld van het model.

schillen.png

Schillenweergave

Het 'Schillenweergave' commando schakelt tussen het weergeven en verbergen van schillen in wanden.

clash.png

Clashweergave

Het 'Clashweergave' commando schakelt tussen normale en clashweergave. Na de eerste keer uitvoeren van het commando begint de clashdetectie. De voortgang van het proces is weergegeven in de rechter bovenhoek. De detectie pauzeert tijdens muisbewegingen.

boxfill.png

Isoleer modelbox

Het 'Isoleer modelbox' commando past de modelbox om het model.

undo.png

Ongedaan maken

Het 'Ongedaan maken' commando maakt de laatst uitgevoerde actie ongedaan. Sneltoets voor deze actie: Ctrl + Z.

highlights.png

Highlights

Het 'Highlights' commando schakelt het highlighten van objecten onder de cursor aan en uit.

plus.png

Alles weergeven

Het 'Alles weergeven' commando toont ook alle verborgen items in het model.

panbttn.png

Sleepactie

Het 'Sleepactie' commando start een sleepactie. Na deze actie schakelt het commando automatisch uit.

cutbttn.png

Snedeactie

Het 'Snedeactie' commando start een snedeactie. Na deze actie schakelt het commando automatisch uit.

meten.png

Meten

Het 'Meten' commando schakelt de meetfunctie in of uit. Wanneer deze aan staat, kan er op lijnen en punten een begin en een eindpunt gemarkeerd worden. De afstand tussen deze twee punten wordt in millimeters afgebeeld. Na een meting kan direct een volgende meting worden uitgevoerd.

zonpos.png

Zonpositie

Het 'Zonpositie' commando past de zonpositie toe in de actieve kijkrichting.

schaduw.png

Schaduw

Het 'Schaduw' commando schakelt de weergave van schaduwen in of uit.

Objectcommando's

Verberg object

Het 'Verberg object' commando verbergt het actieve object. Gebruik het 'Toon alles' commando in de knoppenbalk rechts om verborgen objecten weer te tonen. Of gebruik de – en + toetsen op het toetsenbord. Houd de Ctrl-toets vóór het openen van het objectmenu ingedrukt om alle objecten van het geselecteerde type te verwijderen.

contextdeleteA.png

contextdeleteB.png

Isoleer object

Het 'Isoleer object' commando past de modelbox om het actieve object.

contextisolateA.png

contextisolateB.png

Uitlijnen modelbox

Het 'Uitlijnen modelbox' commando, verdraait de modeldoos in lijn met de oriëntatie van het actieve object.

contextalignboxA.png

contextalignboxB.png

Datavelden en filters

datafield.png

Datavelden

Klik op het gewenste datatype om de informatie te tonen op het dataveld. Klik op het actieve datatype om het dataveld te sluiten.

psetfield.png

PSet dataveld

Om de eigenschappen van elementen te bekijken, open je het Pset (property set) dataveld en beweeg je de cursor over de objecten in het model. De eigenschappen van de objecten worden live weergegeven in het Pset dataveld.

filters.png

Filters

Selecteer de filtervakken in de datavelden om elementen te filteren.

Selecteer het algemene filtervak in de bovenbalk om alle filtervakken in het actieve dataveld in en uit te schakelen. Wanneer er geen actief dataveld is, is het algemene filtervak op alle datavelden van toepassing.

Wanneer een datatype is gefilterd, verschijnt de filterschakelaar links van de datatypeknop. Klik met de linker muisknop op de filterschakelaar om de filter van het bijbehorende dataveld aan en uit te zetten.

Weergavesneltoetsen

Ctrl + Shift + W

Schakelt de wirelinemodus aan of uit. In de wirelinemodus wordt het model als draadmodel weergegeven.

Ctrl + Shift + E

Schakelt de evaluatiemodus aan of uit. In de evalutatiemodus wordt het model als draadmodel getoond, waarbij de kleur van de lijnen aangeeft of het bijbehorende element zwaar gedetailleerd is ten opzichte van zijn afmetingen (rood) of niet (groen).

Ctrl + Shift + I

Verandert de weergave van de maatvoering van millimeters naar inches, of andersom.

Ctrl + Shift + S

Schakelt schaduw aan of uit.

Ctrl + Shift + L

Schakelt aan of uit dat om de vlakken in het model lijnen worden weergegeven.

Ctrl + Shift + A

Schakelt anti-aliasing aan of uit. Anti-aliasing betekent dat randen van elementen visueel worden verzacht.