Vieweigenschappen

Functie

Verschillende vieweigenschappen definiëren.

View algemeen

  • Viewprofiel: vermelding van welk viewprofiel er geladen is, waarvoor de instellingen onder 'Viewprofiel parameters' nu ingesteld worden. Als er geen viewprofiel is geselecteerd, dan staat er een '-' vermeld.

  • Zonpositie: hier kunnen twee hoeken ingevoerd worden om de zonpositie in te stellen. Deze hoeken geven de horizontale en verticale richting aan. De beide belichtingshoeken draaien tegen de wijzers van de klok in, waarbij de positieve X-as in de onverdraaide tekening het uitgangspunt (0 graden) is.

  • Plotschaal: de schaal die gebruikt wordt bij het plotten.

Viewprofiel parameters

  • Doelschaal: stel de doelschaal in.

  • Tekstschaal: de maat waarmee gewone tekst, referentietekst en maattekst bij maatlijnen wordt afgebeeld, is afhankelijk van de parameter tekstschaal.

    • Dit is een factor, waarmee alle teksten globaal groter of kleiner kunnen worden gemaakt. Deze factor is een percentage relatief ten opzichte van de doelschaal.

    • De teksthoogte van iedere tekst wordt vermenigvuldigd met deze factor.

    • Voorbeeld:

      • Een tekst waarvan de teksthoogte in de tekststijl op 5 mm staat in modelmaat (dus niet in papiermaat), wordt geplot met doelschaal 1:50:

        • Tekstschaal = 100%: de tekst op de plot wordt 5 mm hoog.

        • Tekstschaal = 60%: de tekst wordt 3 mm hoog

      • Een tekst waarvan de teksthoogte in de tekststijl op 5 mm staat in papiermaat, wordt geplot bij alle doelschalen:

        • Tekstschaal = 100%: de tekst op de plot wordt 5 mm hoog.

        • Tekstschaal = 60%: de tekst wordt 3 mm hoog

  • Symboolschaal: de maat waarmee symboolcomponenten worden afgebeeld, is afhankelijk van de parameter symboolschaal.

    • Dit is een factor, analoog aan de tekstschaal, waarmee alle symbolen globaal groter of kleiner kunnen worden gemaakt. Deze factor is een percentage relatief ten opzichte van de Doelschaal.

    • De afmetingen van de elementen in de component worden vergroot of verkleind met de factor afbeeldingsschaal.

    • Voorbeeld:

      • Een symboolcomponent bevat een lijn die 100 mm lang is.

        • Bij een doelschaal van 1:200 en een symboolschaal van 100% wordt deze lijn afgebeeld met een lengte van 100 x 200 / 200 = 100 mm.

        • Bij een doelschaal van 1:500 en een symboolschaal van 40% wordt de lijn afgebeeld met een lengte van 100 x 200 / 500 = 40 mm.

  • Stijlcorrectie: via de knop [...] kan een correctiestijl gekozen worden waarmee de hele tekening wordt aangepast. De andere knoppen kunnen gebruikt worden om direct een nieuwe correctiestijl aan te maken, of de gekozen correctiestijl te bewerken.

  • Zichtbare lagen: zichtbaarheid en protectie van (sub)lagen wijzigen, actuele lageninstelling opslaan en overzicht van de gebruikte lagen opvragen.

  • Zichtbaar nivo: zichtbaar nivo wijzigen.

  • Zichtbaar aspect: zichtbaar aspect wijzigen.

  • 3D-weergave: de 3D-weergave kan worden ingesteld voor dit viewprofiel.

  • Glazen wanden: ruwbouw doorzichtig afbeelden om de afbouwelementen en/of de installaties te kunnen zien in samenhang met deze ruwbouw. Dit gebeurt door alles wat in de lagen 10 t/m 39 staat doorzichtig af te beelden.

  • Belichting: de parameters van de Belichting instellen.

  • Opslaan viewprofiel: met de knop rechts in de dialoog kunnen de actuele instellingen in dit viewprofiel opgeslagen worden.

Standpunt/kijkdoos

  • 2D/3D: stel in of de 3D-schakelaar aan of uit staat, en welk Perspectief er wordt gebruikt.

  • Kijkdooshoogte: de onder- en bovenkant van de kijkdoos instellen.

  • Verdraaiing: de huidige instelling voor de verdraaiing wordt getoond. Met de knop [Verdraaien] wordt het commando Verdraaien gestart, en met de knop [Geen] kan een eventuele verdraaiing worden uitgeschakeld.

  • Oogpunt:

  • Focuspunt:

  • Opslaan standpunt/kijkdoos: de huidige instellingen voor het standpunt en de kijkdoos opslaan in de tekening.