Handmatig een stelsel invoeren

De Abuis rekenprogramma's zijn geïntegreerd met het Adomi BIM/CAD-ontwerppakket. Stelsels die ontworpen zijn in Adomi, kunnen vanuit Adomi worden gedimensioneerd, waarbij de Abuis rekenprogramma's automatisch worden benut.

Als er geen sprake is van een geometrisch ontwerp, dan kan ook handmatig een stelsel worden opgebouwd in Abuis. Hieronder wordt stap voor stap beschreven hoe dat in zijn werk gaat.

Nieuw stelsel beginnen

Om een nieuw stelsel te beginnen wordt bij het menu Bestand gekozen voor Nieuw (Ctrl+N). Er wordt nu een standaard project geopend. In dit project kunnen de projectnaam en omschrijving worden ingevuld in de daarvoor bestemde velden. Tevens kunnen hier, indien gewenst, de stelseleigenschappen aangepast worden.

Standaard staat er al een beginpunt van een stelsel. Indien dit beginpunt niet aanwezig is kan het toegevoegd worden met het commando Watermeter (water), Beginpunt (CV), Gasmeter (gas) of Beginpunt (riolering) in het menu Invoegen.

Als het beginpunt geselecteerd is kunnen de eigenschappen worden ingevuld die voor het hele stelsel gelden, zoals bijvoorbeeld welk materiaal er gebruikt wordt. Eventuele afwijkende materialen kunnen per sectie worden aangegeven.

Secties nummeren

Het is mogelijk om secties bij plaatsing meteen te laten nummeren. Kies hiervoor in het menu Extra voor Instellingen en vink vervolgens de optie [✓] Automatisch bij invoegen aan. Indien gewenst kan worden aangegeven met welk nummer de nummering moet beginnen.

Secties toevoegen

  • Voeg vervolgens een sectie toe door in het menu Invoegen te kiezen voor Sectie of door de knop Sectie aan te klikken in de knoppenbalk.

  • Na het toevoegen van een sectie wordt meteen het veld Lengte geactiveerd zodat direct de lengte van de sectie kan worden ingevuld.

  • Na invullen van de lengte kan weer een sectie worden toegevoegd.

  • Op deze wijze kan een stelsel worden ingevoerd.

Indien er secties zijn met eigenschappen die afwijken van de stelseleigenschappen, is het mogelijk deze per sectie in te vullen. Zo kan bijvoorbeeld een afwijkend materiaal worden gekozen, door de optie [✓] Reeks buizen aan te vinken en vervolgens een andere keuze te maken uit de lijst.

Het is mogelijk om een sectie of een aantal secties die samen een aftakking vormen te selecteren en te bewerken. Deze bewerking kan bestaan uit wissen, kopiëren of knippen. Als voor een van de laatste twee opties is gekozen kan de geselecteerde sectie of aftakking vervolgens weer worden toegevoegd aan een ander deel van het stelsel met behulp van plakken.

Toestellen toevoegen

Een toestel kan worden toegevoegd door een sectie te selecteren en vervolgens in het menu Invoegen een keuze te maken uit de daar beschikbare toestellen. Afhankelijk van de gemaakte keuze verschijnt er een keuzelijst waar een verdere selectie in gemaakt kan worden en waar, indien noodzakelijk, ontbrekende gegevens ingevuld kunnen worden.

Opmerkingen:

  • Het mogelijk om een eerder ingevoerd toestel te kopiëren door dit met de linkermuisknop te verslepen met een ingedrukte Ctrl-toets.

  • Ook is het mogelijk om meerdere toestellen op één punt te plaatsen voor een vereenvoudigde ingave (alle tappunten in één ruimte op één punt zetten).

Toestellen wijzigen

Een toestel kan gewijzigd worden door het te selecteren en vervolgens op de knop [...] achter Tappunt/Toestel te klikken. Vervolgens verschijnt het keuzevenster voor de toestellen weer en kan er een ander toestel worden gekozen.

Onderdelen wissen

Het is mogelijk om een enkele sectie of een sectie met onderliggende secties te verwijderen, door de gewenste sectie te selecteren en in het menu Bewerken te kiezen voor Verwijderen, waarna de volgende vraag verschijnt: Wilt u dit item en alle onderliggende items wissen? Door op [Ja] te klikken wordt de actie uitgevoerd.

Secties tussenvoegen

Als tijdens de invoer op een willekeurige plaats een of meerdere secties moeten worden toegevoegd, kan dat met de functie Sectie tussenvoegen. Het invoegen vindt plaats voor de geselecteerde sectie.

Secties tussenuitnemen

Door een tussenliggende sectie te selecteren is het mogelijk deze te verwijderen zonder de onderliggende sectie te verwijderen. Kies hiervoor in het menu Bewerken voor Tussenuitnemen. De geselecteerde sectie wordt hiermee direct gewist.

Secties (her)nummeren

Indien de automatische nummering niet is ingeschakeld, is het op elk moment mogelijk om secties te laten voorzien van een nummer. Selecteer de sectie en eventueel onderliggende secties die genummerd moeten worden en kies in het menu Bewerken voor Secties hernummeren.

Het is mogelijk om meerdere secties te voorzien van hetzelfde nummer. Ook is het mogelijk om het beginpunt van het stelsel te selecteren en alle onderliggende sectie opeenvolgend te laten nummeren.

Eindsecties zoeken

De functie Ga naar de volgende eindsectie is te activeren door de toetscombinatie Ctrl+E of vanuit het menu Bewerken. Met deze functie kan er op een eenvoudige wijze van eindsectie naar eindsectie worden gesprongen om vervolgens de gewenste toestellen aan te sluiten op deze sectie. Na het bereiken van de laatste lege sectie komt de melding: Geen volgende eindsectie gevonden.

Circulatiepunten aangeven (alleen bij Abuis Water)

Bij de berekening van een warmwatercirculatieleiding is het van belang dat er een gesloten systeem wordt ingevoerd. Met een gesloten systeem wordt bedoeld dat de leidingsecties beginnend met sectienummer 1 ook weer eindigen bij sectienummer 1. Hoewel het bij een normale leidingberekening niet noodzakelijk is om, voor de eerste sectie, te beginnen met sectienummer 1 is dit voor het berekenen van circulatiesystemen wel noodzakelijk.

De berekening van een warmwatercirculatiesysteem verloopt in twee fasen. De eerste fase is de normale leidingberekening: de berekening van het aanvoerstelsel. Dit betekent dat het leidingsysteem (aanvoerstelsel) vanaf het warmwaterapparaat tot aan de warmwatertappunten moet worden ingevoerd en berekend. Het programma zal, overeenkomstig de berekeningsvoorwaarden, de noodzakelijke diameters berekenen voor het gebruik van de warmwatertappunten.

Wanneer de berekening is uitgevoerd en de leidingdiameters zijn bepaald kan het retourstelsel, de gewenste circulatieleidingen worden berekend. Om de circulatieleidingen aan te geven dient bij de sectie waarvan het eindpunt het begin van de circulatie is, de schakelaar Circulatiepunt op [J] gezet te worden.

Standaard volgt de circulatieleiding dezelfde route en lengte als de aanvoerleiding. Indien er een afwijkende route gevolgd wordt bestaat de mogelijkheid om een afwijkende lengte op te geven voor de circulatieleiding. Deze lengte kan worden ingegeven op het tabblad Circulatiesectie door de optie [✓] Lengte aan te vinken en een waarde in te vullen.

Vervolgens moet aangegeven worden met welke soort isolatie het aanvoerstelsel en retourstelsel wordt geïsoleerd. Wanneer er geen isolatie wordt geselecteerd, dan kiest het programma voor ongeïsoleerde leidingen.

Voordat u de berekening uitvoert dient u eerst de berekeningsspecificaties af te stemmen op de gewenste berekeningsvoorwaarden.

Berekening uitvoeren

Nadat alle relevante gegevens in het stelsel zijn ingevoerd kan de berekening worden uitgevoerd.

Voer, indien relevant, in Abuis Water hierna de circulatieberekening uit.

Berekening afdrukken en opslaan

Als er eenmaal een berekening is uitgevoerd kan deze ook worden afgedrukt. De afdruk kan eerst op het scherm worden bekeken voordat deze definitief naar een printer gestuurd wordt.

Tenslotte dient het stelsel en de eventueel uitgevoerde berekening(en) opgeslagen te worden. Abuis kan hierna afgesloten worden. Als Abuis in integratie met Adomi gebruikt wordt, zullen de berekende gegevens verwerkt worden in het ontwerp.