Plaatsen
Het plaatsen van elementen gebeurt door invoeren van punten in een Adomi tekening. Afhankelijk van het soort element dat geplaatst wordt, moeten er meerdere punten worden ingevoerd.
Bij lijnvormig objecten, zoals bijvoorbeeld een wand, een buis of een lijn, zijn dat minimaal twee punten.
Bij vormvaste objecten, zoals bijvoorbeeld deuren, hulpstukken of teksten, zijn dat een plaatsbepalend punt en een richtingbepalend punt. Als na invoer van het eerste punt de invoer wordt afgebroken door tweemaal met de rechtermuisknop te klikken, dan wordt het object in de positie ingevoerd waarin deze ontworpen is.
Bij maatlijnen worden in principe minimaal 4 punten ingevoerd, een afstandsbepalend punt, een richting bepalend punt en twee of meer maatpunten.
Invoeren van punten
Het invoeren van punten kan op verschillende manieren.
Aanwijzen
Met de kruisdraad een positie of bestaand punt in het tekenveld aanwijzen en vervolgens klikken met de linkermuisknop. Het ingevoerde punt ligt hierbij altijd op een punt van een element of op een punt van het grid.
Numeriek invoeren
De X-, en Y-coördinaten invoeren op het numerieke deel van het toetsenbord. Dit is de meest nauwkeurige methode en heeft meestal de voorkeur.
Construeren met behulp van puntopties
De commando's op de optiebalk of iLines gebruiken om een punt te construeren. Deze methode wordt toegepast als het gewenste punt niet meteen in de tekening gevonden kan worden, zoals het snijpunt tussen twee lijnen die elkaar niet daadwerkelijk snijden. De iLine komt in beeld als er een punt moet worden ingevoerd, ongeacht of dit voor een nieuw element of een wijzigingsactie is. Een iLine kan zowel een oneindige rechte lijn als een volledige (en dus ook 'oneindige') cirkel zijn. Een iLine kan zowel automatisch als op verzoek van de gebruiker verschijnen. Om een actieve iLine zichtbaar te laten blijven wordt de ALT-toets gebruikt. Verder bestaat ook de mogelijkheid om met ingedrukte ALT-toets de iLine te verplaatsen.