Afronden

Functie

Afrondingsbogen op alle punten van elementen aanbrengen.

Werking

  • Voer de straal van de afrondingsbogen in en geef zonodig een afwijkend aantal zijden op.

  • Bij het aanvinken van [✓] Flexibel wordt op ieder punt de maximaal mogelijke straal berekend, echter nooit kleiner dan de opgegeven straal.

Definitie en eigenschappen

  • Een afrondingsboog is geen zelfstandig element, maar een onderdeel van een polylijn, veelhoek, of een lijn-, of vlakvormige componentplaatsing.

  • Het vervangt een normaal hoekpunt van deze elementen.

  • De verschijningsvorm wordt bepaald door de eigenschappen van het element waarin de afrondingsboog is opgenomen.

  • Een afrondingsboog is een eigenschap van een hoekpunt.

  • De boog wordt gedefinieerd door het oorspronkelijke hoekpunt, een straal en de twee punten van het element die voor en na de afgeronde hoek komen.

  • De straal is een reëel getal in millimeters.

  • Een afrondingsboog kan niet voorkomen op een punt van een cirkelboog, driepuntsboog of rechthoek.

  • De eigenschap Aantal zijden bepaalt of een afrondingsboog geometrisch als rond beschouwd wordt, of als een met rechte zijden benaderde boog. Zie de uitleg het aantal zijden bij Cirkelboog voor meer informatie.

Opmerkingen

  • Een afrondingsboog kan alleen gemaakt worden op een hoekpunt van twee rechte lijnstukken van een polylijn, een veelhoek, een rechthoek of een lijnvormige of vlakvormige componentplaatsing.

  • Het Aantal zijden bepaalt het aantal zijden dat de ontstane afrondingsbogen krijgen. Zet dit op 1 om een vellingkant te maken.

  • Bij het aanbrengen van afrondingsbogen op elementen met zeer veel punten, of bij meerdere bogen met een hoog aantal kanten, kan het aantal punten van het resulterende element te groot worden. Het nieuwe element wordt dan niet volledig afgebeeld. Deel in dit geval eerst het originele element in tweeën.

  • Als het niet lukt om op een bepaald punt een afrondingsboog te maken, wordt het betreffende punt niet afgerond. De vorm van het element dient te worden aangepast om alsnog een afrondingsboog te krijgen.

  • Als een afrondingsboog op elk punt van een element gewenst is kan dit met dit commando, Afronden. Voor een individueel punt van een element kan dit met het commando Afronden P.

  • Het verplaatsen van het hoekpunt heeft tot gevolg dat een nieuwe boog getekend wordt.

  • De straal en het aantal zijden van een individuele afrondingsboog kunnen gewijzigd worden door de eigenschappen van het hoekpunt te wijzigen.

  • De afrondingsboog kan verwijderd worden door het hoekpunt te wissen. Het oorspronkelijke hoekpunt komt dan weer terug.

  • Op het beeldscherm worden bij een afrondingsboog ook markeringen gezet op de posities van het middelpunt, beginpunt en eindpunt van de boog. Op deze 'virtuele' punten kan wel gesnapt worden, maar ze kunnen niet geselecteerd worden.

  • Als het hele element is afgerond kunnen de eigenschappen van de bogen gewijzigd worden door opnieuw het commando Afronden te geven.