Primitieve elementen
Elementen zijn de bouwstenen voor het samenstellen van tekeningen en componenten. Er zijn drie soorten primitieve elementen: lijnvormige primitieven, vlakvormige primitieven en annotatie-elementen. Daarnaast zijn er componentplaatsingen. De eigenschappen van elementen worden vastgelegd in elementeigenschappen
Lijnvormige primitieven
Lijnvormige primitieven bestaan uit één of meer aaneengesloten lijnstukken. De grafische verschijningsvorm van lijnvormige primitieven wordt in 2D bepaald door de lijnstijl en in 3D door de visualisatiestijl. De volgende lijnvormige elementen worden besproken:
Vlakvormige primitieven
Vlakvormige primitieven zijn gesloten figuren, waarvan de omtrek bestaat uit drie of meer lijnstukken. Het ingesloten oppervlak kan automatisch gearceerd worden. De grafische verschijningsvorm van vlakvormige primitieven wordt in 2D bepaald door de vlakstijl en in 3D door de visualisatiestijl. De volgende elementen zijn vlakvormig:
Een rechthoek en cirkel bestaan ook varianten met een afwijkend bovenvlak. De zijvlakken kunnen hierbij tevens gekromd zijn. De volgende elementen zijn puur 3D:
Annotatie-elementen
Annotatie-elementen dienen voor het toevoegen van teksten en bemating en worden niet afgebeeld in 3D-projecties. De volgende elementen zijn annotatie-elementen:
De maatlijn bestaat niet als primitieve element maar alleen als componentplaatsing. De verschijningsvorm van een maatlijn wordt bepaald door het Maat component.
De grafische verschijningsvorm van tekst en referentietekst wordt bepaald door de Tekststijl.
De verschijningsvorm van de lijn waarmee het kader van de referentieview wordt getekend, wordt bepaald door de lijnstijl.
Componentplaatsingen
Naast de bovengenoemde 'primitieve' elementen zijn er componentplaatsingen. Dit zijn elementen die verwijzen naar een componentdefinitie. Een componentdefinitie kan weer meerdere elementen bevatten. Bij de informatie over componenttypes wordt hier uitgebreid op ingegaan.
Elementeigenschappen
Ieder elementtype heeft specifieke eigenschappen, zoals de locatie (PCS) en/of een reeks vormbeschrijvende punten. Verder zijn er algemene eigenschappen, die de meeste elementtypes delen, zoals de laag en de elementhoogte. Deze worden bepaald door de elementeigenschappen, die in de volgende hoofdstukken aan bod komen:
Niet alle elementtypes hebben de beschikking over al deze eigenschappen. De uitzonderingen worden genoemd waar ze van toepassing zijn.
Diepte
Ieder element heeft de eigenschap diepte. Met deze eigenschap kan de afbeeldvolgorde worden beïnvloed (zie diepte en afbeeldvolgorde).
Relatief
Ieder lijnvormig en vlakvormig element kan het kenmerk relatief hebben. In dat geval worden arceerpatronen die zich binnen de component/stijl bevinden relatief gearceerd in plaats van absoluut (zie relatief en absoluut).