Manipuleren

Bij het manipuleren van objecten is het punt op het element bepalend voor het resultaat. Rechtsklikken op een punt dat rood gemarkeerd wordt, heeft altijd een punt-actie tot gevolg. Om elementen te manipuleren kunnen verschillende commando’s gebruikt worden die tot hetzelfde eindresultaat leiden.

Verplaatsen

  • Beweeg de muis naar een element en klik op de rechtermuisknop. Er verschijnt nu een contextmenu waarin het commando verplaatsen kan worden gekozen. Klik op het commando Verplaatsen. Het element is nu geselecteerd. Kies het verplaatsingspunt en geef een verplaatsingsvector op.

  • Beweeg de muis op een element (zonder te klikken). Het element zal nu oplichten om aan te geven dat deze de focus heeft. Druk nu op de Shifttoets. Het element is nu geselecteerd en het verplaatscommando is gestart. Kies het verplaatsingspunt en geef een verplaatsingsvector op.

  • Beweeg de muis op een element (zonder te klikken). Het element zal nu oplichten om aan te geven dat deze de focus heeft. Voer een numerieke waarde in voor de gewenste verplaatsingsvector.

Kopiëren

  • Beweeg de muis naar een element en klik op de rechtermuisknop. Er verschijnt nu een contextmenu waarin het commando kopiëren kan worden gekozen. Klik op het commando Kopiëren. Het element is nu geselecteerd. Kies het verplaatsingspunt en geef een verplaatsingsvector op.

  • Beweeg de muis op een element (zonder te klikken). Het element zal nu oplichten om aan te geven dat deze de focus heeft. Druk nu eerst op de Shift-toets en daarna op de Ctrl-toets. Het element is nu geselecteerd en het kopieercommando is gestart. Kies het verplaatsingspunt en geef een verplaatsingsvector op.

Spiegelen

  • Beweeg de muis naar een element en klik op de rechtermuisknop. Er verschijnt nu een contextmenu waarin het commando spiegelen kan worden gekozen. Klik op het commando Spiegelen. Het element is nu geselecteerd. Kies twee punten voor de spiegelas.

  • Beweeg de muis op een element (zonder te klikken). Het element zal nu oplichten om aan te geven dat deze de focus heeft. Druk nu twee keer op de Shift- toets. Het element is nu geselecteerd en het kopieercommando is gestart. Kies twee punten voor de spiegelas.

  • Componenten kunnen ook gespiegeld worden door op een as van het kruisje te klikken, dat verschijnt op het moment dat de muis boven een referentiepunt wordt gehouden.

Roteren

  • Beweeg de muis naar een element en klik op de rechtermuisknop. Er verschijnt nu een contextmenu waarin het commando roteren kan worden gekozen. Klik op het commando Roteren. Het element is nu geselecteerd. Kies de rotatie-oorsprong en het aangrijppunt. Geef de rotatiehoek op door een punt aan te klikken of door een hoek in te voeren.

  • Beweeg de muis op een element (zonder te klikken). Het element zal nu oplichten om aan te geven dat deze de focus heeft. Druk nu drie keer op de Shift-toets. Het element is nu geselecteerd en het roteercommando is gestart. Kies de rotatie-oorsprong en het aangrijppunt. Geef de rotatiehoek op door een punt aan te klikken of door een hoek in te voeren.

  • Door op de Tab-toets te drukken kan een element dat aan de kruisdraad “hangt” geroteerd worden. Eerst in stappen van 90° daarna in stappen die gelijk zijn aan de ingestelde snaphoek. Dit kan tijdens verschillende acties, waaronder verplaatsen en kopiëren.

  • Beweeg de muis naar het plaatsingspunt van het element. Dubbelklik vervolgens op een van de blokjes aan het uiteinde van het “molenwiekje” dat nu verschijnt. Vul een hoek in voor de rotatie.

Elastisch vervormen

  • Sleep een selectiekader rond de elementen die vervormd moeten worden en klik op de rechtermuisknop. Er verschijnt nu een contextmenu waarin het commando Elastisch vervormen kan worden gekozen. Klik op het commando Elastisch vervormen. Sleep een kader om de te vervormen elementen, kies het verplaatsingspunt en geef een verplaatsingsvector op. Druk op de TAB-toets en sleep een kader om de te bewerken punten, kies het verplaatsingspunt en geef een verplaatsingsvector op.

Herplaatsen component

  • Klik met de rechtermuisknop op een element in de tekening en kies de functie Herplaatsen component om het geselecteerde elementen te herplaatsen met alle eigenschappen die aan die plaatsing van dat element zijn toegekend. Hierdoor wordt een nieuwe plaatsing van het element gestart, waarbij aspect, element- en referentiehoogte, laaginformatie worden overgenomen van het geselecteerde element. Positioneer de muis boven het te herplaatsen component en druk op Ctrl+Backspace om het herplaatscommando te starten.

Middelpunt zoeken

  • Selecteer een object uit de bibliotheek, wijs een hoek aan van de ruimte en druk op F2. Wijs vervolgens een diagonaal tegenoverliggende hoek aan en druk op F8. Het object zal nu exact in het midden van de gekozen hoeken staan.

  • Plaats een object in een hoek van de ruimte. Klik met de rechtermuisknop op het object en kies voor Verplaatsen. Klik vervolgens op de 8e knop van de optiebalk: Klik nu een punt aan ten opzichte waarvan het middelpunt gezocht moet worden.