Tekst
Functie
Een Tekstcomponent met tekstregels of referentietekst (tekstbestand) plaatsen.
Component plaatsen
Zie de beschrijving van het commando Plaatsen component voor informatie over de componentselector en de eventuele meldingen die kunnen optreden bij het plaatsen van een component.
In de tekstdialoog kunnen verschillende soorten tekst worden ingevoerd.
Tekst die uit 1 regel bestaat: voer de tekstregel in in het tekstvak in de dialoog.
Tekst die uit meerdere regels bestaat: druk op de knop 'Meerdere regels' in de dialoog (knop met horizontale lijntjes) of druk op de knop [OK] zonder dat een tekstregel is ingevoerd. Vervolgens verschijnt de volgende dialoog waar de tekstregels kunnen worden ingetypt. Met de schakelaar rechtsboven kan aangegeven worden dat slechts één enkele kolom moet worden weergegeven. De kolommen moeten dan van elkaar gescheiden zijn met een Tab-karakter. Met deze knop kan het gewenste kolomnummer worden ingesteld. Desgewenst kan bij de invoer gekozen worden voor automatische terugloop van de tekst. In de tekening geplaatst is deze tekstterugloop niet van toepassing.
Referentietekst (verwijzing naar extern tekstbestand): druk op de knop 'Tekstblok' in de dialoog (knop met mapje). Vervolgens verschijnt de bestandsselector. Selecteer dan een tekstbestand (bestandsextensie .TXT), in (een submap van) de map van de huidige tekening. Wanneer de naam van een niet bestaand tekstbestand wordt ingevoerd dan kan deze automatisch worden aangemaakt. Vervolgens verschijnt een dialoog, identiek aan de dialoog bij meerdere tekstregels (zie hierboven), met de inhoud van het tekstbestand.
Knop [ø] voor symbolen: hiermee wordt een venster opgeroepen waarmee allerlei speciale tekens geselecteerd en vervolgens toegevoegd kunnen worden aan de tekst. Hierbij is ook het € teken opgenomen, deze kan gebruikt worden in het standaard lettertype en in alle True Type fonts die dit karakter bevatten. Het kan zowel via Windows printer drivers als via HP-GL/2 worden afgedrukt.
Druk op de knop OK en voer een plaatsingspunt en een richtingbepalend punt in.
Opmerkingen
Als er na de invoer van het plaatsingspunt wordt afgesloten met de rechter muisknop, wordt de tekst (of het tekstbestand) horizontaal geplaatst.
Als het richtingbepalende punt op het plaatsingspunt geplaatst wordt, krijgt de tekst de bijzondere eigenschap altijd horizontaal t.o.v. het scherm getekend te worden, ongeacht de verdraaiing van de tekening.
Met de toetscombinatie Ctrl-Enter kan overgeschakeld worden van de dialoog voor het invoeren van eenregelige tekst, op de onderbalk, naar naar de dialoog voor meerregelige tekst. De dialoog voor het invoeren van meerregelige tekst kan ook worden afgesloten met de toetscombinatie Ctrl-Enter.
Meldingen
Melding | Betekenis |
---|---|
Pad mag niet veranderd worden! | Het tekstbestand van een referentietekst moet in hetzelfde pad staan als de aangesloten projectbibliotheek of in een subpad ervan. |
Bestand bestaat niet! Nieuw bestand aanmaken? | Er bestaat geen bestand met de ingevoerde naam. Geef het antwoord [Ja] om een nieuw tekstbestand aan te maken. |