Maak verdeelkast
Functie
Het aanmaken van een nieuwe hoofd- of onderverdeelkast met bijbehorende eigenschappen, om te gebruiken in het ontwerp van een elektrotechnische installatie en gebruik te kunnen maken van de bijbehorende automatische functionaliteiten.
Werking
Na het starten van de functie Maak verdeelkast wordt de gelijknamige dialoog geopend, die afgesloten kan worden met de knoppen [ Annuleren ], waarmee je de functie afbreekt, en [ OK ].
Na het klikken op [ OK ] kun je het kastcomponent direct een plaats in de tekening geven.
De eigenschappen die in de dialoog ingesteld kunnen worden, bepalen de startinhoud van de verdeelkast. Zo kan voor een verdeelkast direct een set eigenschappen en onderdelen aangemaakt worden, waaronder bijvoorbeeld netaansluiting, rails en groepen. Deze eigenschappen kunnen later worden aangepast en aangevuld door de functie Wijzig eigenschappen toe te passen op de betreffende verdeelkast.
Bij het bepalen van de startinhoud van de kast, zijn twee uitgangsposities mogelijk. Je kunt er hier voor kiezen om een andere verdeelkast in het project als template gebruiken, of je kunt zelf eigenschappen en waarden invullen. Kies je voor de laatste optie, dan werk je in eerste instantie vanuit de gekozen standaardwaarden (zie de paragraaf Standaardwaarden aanpassen hieronder).
Bij het gebruiken van standaardwaarden, worden de betreffende waarden ingevuld, die je vervolgens desgewenst handmatig kunt aanpassen.
Kies je voor een andere verdeelkast als template bij de keuzelijst Template verdeelkast, dan wordt van deze verdeelkast inclusief alle eigenschappen en onderdelen als groepen een kopie gemaakt. Je kunt de eigenschappen in dit geval niet handmatig aanpassen voordat je de nieuwe verdeelkast hebt aangemaakt.
Startinhoud kast
Template verdeelkast: kies hier voor Geen als je de standaardwaarden als uitgangspunt wilt gebruiken, of kies een van de verdeelkasten in je project als template om een kopie van te maken. In dat laatste geval wordt tevens een kopie gemaakt van de rails, groepen, schakelgroepen en gekozen eigenschappen van de gekozen verdeelkast.
Kastnaam: hier geef je naar wens een unieke kastnaam op voor de nieuw te maken verdeelkast.
Netaansluiting: in het geval van een hoofdverdeelkast geef je hier het type netaansluiting op door er één te selecteren uit de keuzelijst, of via de knop [ + ] zelf een nieuw type netaansluiting aan te maken dat daarna overal in het project beschikbaar is. Zie voor meer informatie hierover de informatie over het beheren van kastcomponenten. Is er sprake van een onderverdeelkast, dan kun je hier in plaats van een netaansluiting ook een andere verdeelkast in het project kiezen, waarop deze onderverdeelkast moet worden aangesloten.
Hoofdschakelaar: hier stel je een 2- of 4-polige hoofdschakelaar in voor de nieuw aan te maken verdeelkast, of je kunt weer via de knop [ + ] zelf een nieuw type hoofdschakelaar in het project aanmaken. Zie voor meer informatie hierover de informatie over het beheren van kastcomponenten.
Automatische faseverdeling: door deze schakelaar op 'Ja' te zetten, worden de rails en de groepen automatisch over de verschillende fasen verdeeld. Kies je voor 'Nee', dan wordt standaard overal fase L1 ingesteld. Je zou dat kunnen gebruiken als je de faseverdeling pas later wilt vormgeven, of niet wilt toepassen omdat het buiten je verantwoordelijkheidsgebied valt.
Bij Aantal rails en Aardlekschakelaar rails geef je op hoeveel rails er in de kast moeten worden gemaakt, en welk type aardlekschakelaar er aan elke rail moet worden gekoppeld. Je kunt ook zelf een nieuw type aardlekschakelaar aanmaken met de knop [ + ]. Zie voor meer informatie hierover de informatie over het beheren van kastcomponenten.
Bij Aantal groepen onder rails en Installatieautomaat railgroepen geef je op hoeveel groepen er voor elke rail moeten worden gegenereerd en welke installatieautomaat er op elke groep moet worden toegepast. Je kunt ook zelf een nieuw type installatieautomaat aanmaken met de knop [ + ]. Zie voor meer informatie hierover de informatie over het beheren van kastcomponenten.
Aantal losse groepen: wil je losse groepen zonder rail toepassen, dan kun je hier opgeven hoeveel dat er moeten zijn.
Aardlekautomaat losse groepen: in de keuzelijst kun je kiezen welke aardlekautomaat er op elke losse groep moet worden gebruikt. Je kunt ook zelf een nieuw type aardlekautomaat aanmaken met de knop [ + ]. Zie voor meer informatie hierover de informatie over het beheren van kastcomponenten.
Standaardwaarden aanpassen
Onderaan de dialoog kun je ervoor kiezen om een vinkje te zetten bij Opslaan als standaardwaarden, voor je op [ OK ] klikt.
Is deze optie ingeschakeld, dan worden de eerstvolgende verdeelkast die aangemaakt wordt, de gekozen en ingevulde eigenschappen van deze verdeelkast als uitgangspunt gebruikt.
Dit geldt alleen als de nieuw aan te maken verdeelkast vervolgens ook wordt gemaakt zonder dat daarbij een andere verdeelkast als template wordt aangewezen.
De gekozen standaardwaarden worden opgeslagen in de component ELEWIZRD, dat aanwezig is in de projectbibliotheek. Wil je de opgeslagen afwijkende standaardwaarden altijd als uitgangspunt gebruiken in nieuwe projecten, dan kun je ervoor kiezen om deze componenten te kopiëren en te plakken naar de projectbibliotheek van je templateproject.