Zoek hulpstukken
Functie
Automatisch plaatsen van hulpstukken in een riool- of luchtstelsel.
Werking
Een voorwaarde voor het uitvoeren van dit commando, is dat het stelsel geschikt is voor berekenen.
Voor of direct na het starten van de functie moet door middel van een selectie (startpunt en/of stelselonderdeel) worden aangegeven op welk stelsel in de tekening de functie moet worden toegepast.
Allereerst wordt gecontroleerd of het stelsel geschikt is voor zoeken van hulpstukken (alle secties moeten zijn voorzien van een oplossingsbuis of -kanaal).
Vervolgens wordt op de knooppunten van de secties onderling en met de toestellen en het startpunt een bijbehorende oplossing gezocht.
De aspecten van alle geplaatste hulpstukken worden gelijkgezet aan het aspect van de uitstromende sectie vanaf het hulpstuk.
Alle gewijzigde en/of toegevoegde hulpstukken secties zijn ten slotte geselecteerd.
Opmerkingen
De hulpstukken zijn reeds voorgedefinieerd in de bibliotheek. Een uitzondering hierop zijn de merkloze hulpstukken van de Luka Rond luchtproductlijn: voor deze productlijn worden gecombineerde hulpstukken ter plekke door de hulpstukkenfunctie bij elkaar gezet.
Wanneer er een deel van de tekening geselecteerd is, dan wordt alleen voor de secties binnen de selectieset een bijbehorend hulpstuk gezocht.
De voorgaande sectie is bepalend voor welke productlijn het hulpstuk moet hebben.
Wanneer op een knooppunt secties elkaar ontmoeten van een verschillende productlijn dan wordt een waarschuwing in de waarschuwingenlijst gezet, om de gebruiker te waarschuwen dat hier een materiaalovergang plaatsvindt.
Is een van de twee productlijnen op een ontmoeting van buizen van verschillende productlijnen een geluidswerende productlijn, dan wordt een hulpstuk geplaatst vanuit de geluidswerende productlijn.
Er wordt eveneens een waarschuwing in de waarschuwingenlijst geplaatst als voor de ontmoeting van de buizen ter plaatse geen passende oplossing automatisch gevonden is.
Ter plaatse kan een hulpstuk handmatig geplaatst worden, of de ontmoeting van de buizen kan worden aangepast om daarna de functie opnieuw uit te voeren.
Wanneer een gebruiker een hulpstuk zelf heeft gespiegeld met het spiegelcommando en er bestaat een gespiegelde variant in de bibliotheek dan wordt de component ontspiegeld en wordt de componentcode gewijzigd in die van de gespiegelde variant. Dit gebeurt op deze wijze, omdat het mogelijk is dat een gespiegeld hulpstuk andere onderdelen bevat dan de niet gespiegelde.
Is er bij het uitwerken van een luchtstelsel sprake van ovalen of rechthoekige kanalen, dan wordt de oriëntatie van een verticaal kanaal waar nodig aangepast om de hulpstukken en kanalen correct op elkaar aan te laten sluiten.
Voor water-, cv- en gasstelsels kunnen de hulpstukken alleen handmatig geplaatst worden.
Elementhoogte gebruiken voor toestelleidingen
Voor toestellen die een referentievlak hebben dat gelijk is aan dat van de horizontale sectie aldaar en een negatieve of positieve elemthoogte, wordt bij het uitvoeren van deze functie automatisch een verticale toestelleiding ingevoegd.
Deze toestelleiding krijgt als referentievlak dat van de horizontale sectie en als elementhoogte de elementhoogte die aan het toestel was toegekend.
Het toestel krijgt daarna als referentievlak de waarde die oorspronkelijk als referentievlak was ingevuld, met daarbij de oorspronkelijke elementhoogte opgeteld. De elementhoogte van het toestel wordt ingesteld op 0.