Prefab

Functie

Een prefabtekening genereren op basis van een selectie elementen, waarbij automatisch alle views worden gemaakt, met labels, en een plot met alle views en teloverzichten.

Werking

  1. Selecteer een groep elementen voor de prefab. Dit kan eventueel ook na het starten van de functie gebeuren

  2. Start de functie: 'Abico > Prefab'.

  3. Geef desgewenst een naam voor het prefabdeel op.

  4. Als er componenten in de selectie aanwezig waren die niet gebruikt kunnen worden in de prefabtekening, dan worden deze ook getoond op de dialoog waarin de naam voor het prefabdeel opgegeven kan worden. Dit betreft met name prefabcomponenten die geen productinformatie bevatten, zoals teksten en maatlijnen.

  5. De knop 'Labels bewerken' opent een nieuwe dialoog, waarin voor alle producten kan worden opgegeven welk label erbij getoond moet worden op de prefabtekening.

  6. Klik je op OK in de dialoog waarin je de prefabnaam op kunt geven, dan worden alle views en de plot angemaakt. Standaard worden van elke prefab 10 views gemaakt: de 2D plattegrondview, de 3D isometrische views vanuit de vier bovenhoeken, de 3D views vanaf de vier zijden en het 3D bovenaanzicht.

  7. Op alle views worden de buizen en hulpstukken automatisch voorzien van prefablabels, die ook terugkeren in de teloverzichten op de plot waar alle views verzameld zijn.

  8. Als de prefabtekening voltooid is, dan wordt dit door Adomi gemeld, waarna je terugkeert in de oorspronkelijke tekening.

  9. Je kunt nu desgewenst zelf naar de views gaan om bijvoorbeeld de labels te bewerken, of naar de plot om daar bijvoorbeeld een afdrukopdracht te gaan geven.

  10. Prefabtekeningen worden automatisch geplaatst in een map 'Prefab' binnen de projectmap, inclusief automatisch gegenereerde views en plots.

Aanpassen van labelcodes

  • Het is mogelijk om de codes van de prefabonderdelen te vervangen, zodat er codes op de labels in de prefabtekening getoond worden.

  • Dit kan door na het starten van een prefab te klikken op de knop 'Labels bewerken'.

  • In de lijst kan een product geselecteerd worden, waarna je de code kunt aanpassen.

  • Vul je bij het bewerken van de prefablabels een label in dat al in gebruik is, dan wordt hierover een waarschuwing weergegeven.

  • Deze lijst wordt per gebruiker bewaard en is dus over alle projecten heen te gebruiken.

  • Aangepaste prefablabels worden alleen toegepast op prefabtekeningen die na deze wijziging worden gegenereerd.

Aanpassen van labelpositie

  • Wanneer labels een ongewenste plaatsing hebben gekregen op de view, dan kunnen deze worden aangepast:

    1. Open de view.

    2. Verplaats de labels naar wens.

Aanpassen van de labelinhoud

  • Standaard wordt op een prefablabel de prefabcode van een hulpstuk of het sectienummer van een buis getoond.

  • Door het labelcomponent op de view te openen, en vervolgens een labelcomponent te openen, kan de tekst die als label getoond wordt aangepast worden.

  • Voor de buizen en voor de hulpstukken worden aparte labelcomponenten gebruikt, dus deze kunnen daardoor ook apart van elkaar worden bewerkt.

Prefabuitvoer inregelen

Standaard worden alle views gemaakt volgens de standaardinstelling en zijn ze ook allemaal op de standaardpositie de plot aanwezig, maar dit kan desgewenst op projectniveau of voor alle nieuwe projecten aangepast worden door een afwijkende prefabtemplate te maken.

  • Elke nieuwe prefab wordt gegenereerd op basis van een template. Het standaard Abico prefabtemplate is aanwezig op deze locatie: %abico%\prefab

  • Wil je voor je prefabtekeningen een aangepast template maken, dan is dat mogelijk. Je kunt dan bijvoorbeeld specifieke views weglaten, van specifieke views aangeven dat daar geen labels op geplaatst hoeft te worden omdat ze slechts illustratie zijn of de plot aanpassen zodat meerdere views binnen een plotkader vallen of anders gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar.

  • Je kunt het prefabtemplate kopiëren vanaf %abico%\prefab en plakken om te bewerken in %appdata%\Arkey Systems\Abico\Prefab als je het aangepaste template voortaan in alle projecten wilt gebruiken, of in de submap Prefab\template van je eigen project als het aangepaste template alleen moet gelden voor een specifiek project.

  • De bestanden in de template kunnen alleen bewerkt worden door een bibliotheek (LIB-bestand met CDR-bestand) aan te maken. Dit gebeurt vanzelf als je het DRW-bestand in de map opent en daarna weer sluit. Je kunt het LIB- en het CDR-bestand na het verwerken weer wissen om te voorkomen dat ze met elke prefabtekening opnieuw meegekopieerd worden.

  • De template bestaat uit verschillende bestanden:

    • De VRW-bestanden zijn de views. Wis je een VRW-bestand, dan wordt de betreffende view niet meer aangemaakt. Je kunt de view ook openen en het labelcomponent eruit wissen, zodat de view zonder labelcomponent kan worden gebruikt.

    • De bestanden ArkCSomm.txt en ArkCZaag.txt in de templatemap worden gebruikt om de lay-out van de telresultaten op de prefabtekening te wijzigen. Als deze bestanden niet aanwezig zijn, worden door Adomi de bestanden ArkCSomm.txt en ArkCZaag.txt gebruikt die in de projectmap of in de map %appdata%\Arkey Systems\Abico aanwezig zijn. Zie ook de informatie over de functie Tel producten.

    • Het DRW-bestand is de Adomi-tekening die de prefab bevat. Deze moet niet bewerkt worden.

    • Het PRW-bestand is het plotbestand, waarop de plotkaders, de views per plotkader en de positie van de views, kaders en telresultaten binnen de kaders kunnen worden bepaald.