Belichting

Functie

Belichtingsparameters instellen

Werking

  • Wanneer de knop wordt ingedrukt dan wordt het huidige standpunt als richting van de zon genomen.

  • Wanneer de muispijl zich boven de knop bevindt verschijnt een dialoog met vier schuifjes:

    • Helderheid

    • Contrast

    • Zonsterkte

    • Schaduwsterkte

  • Door boven een schuifje aan het muiswiel te draaien of een positie op het schuifje aan te wijzen kan de stand van het schuifje worden veranderd.

  • Wanneer de muispijl zich boven de knop bevindt, dan kan tevens op dat moment de richting van de zon gewijzigd worden door met de pijltjestoetsen de zon een stap hoger/lager/links/rechts te verplaatsen. Dit is met name handig om bij een reeds gedefinieerde view de zonpositie te corrigeren zonder het standpunt en uitsnede aan te passen.

Opmerkingen

  • Door het schuifje van de zonsterkte of schaduwsterkte minimaal te maken, kan de zonbelichting of de schaduw worden uitgeschakeld.

  • Om tijdelijk de schaduw uit te schakelen zonder de belichtingsparameters aan te passen, kan de schaduwschakelaar bij de zichtbaarheidsschakelaars gebruikt worden.