Dimensioneer stelsel
Functie
De minimale inwendige diameters van de secties in een stelsel berekenen en de bijbehorende buizen van een bepaalde productlijn automatisch selecteren.
Werking
Een voorwaarde voor het uitvoeren van dit commando, is dat het stelsel geschikt is voor berekenen en het zoeken van de buizen.
Aan de hand van een startpunt wordt de discipline (riool, lucht, water, cv of gas) bepaald van het stelsel dat gedimensioneerd gaat worden. Het verloop van de dimensionering en de acties die daarbij door de gebruiker kunnen worden uitgevoerd, verschillen per discipline.
Als er in de selectie die actief waaraan tijdens het activeren van dit commando een startpunt verbonden is, dan bepaalt dat startpunt de discipline.
Was er geen sprake van een selectie of was daarin geen startpunt aanwezig, dan kan direct na het starten van de functie een startpunt of een stelseldeel geselecteerd worden om het startpunt te bepalen.
Een water-, cv- of gasstelsel dimensioneren
Een getekend water-, cv- of gasleidingstelsel wordt bij het uitvoeren van deze functie geëxporteerd naar een van de gekoppelde rekenprogramma's.
Het startpunt, de secties, de toestellen en eventuele zones, warmwatertoestellen, pompen, reduceertoestellen en appendages worden daarbij meegenomen. Het is desgewenst ook mogelijk om alleen een startpunt met secties te dimensioneren om het stelsel verder in het Abuis rekenprogramma op te zetten en op te maken.
Bij warmwatertoestellen, pompen, reduceertoestellen, zones en appendages die op (maar niet op het eindpunt van) een horizontale sectie getekend zijn, wordt de horizontale sectie ter plaatse in twee delen geknipt, zodat er sprake is van een in- en uitstroom.
In waterstelsels wordt het gedeelte van het stelsel dat zich achter het warmwatertoestel bevindt bij het dimensioneren automatisch op aspect 2 gezet. Dit stelseldeel wordt daardoor in het rood en met een streep-streep lijn weergegeven.
De juiste rekenmodule wordt automatisch gestart.
Het rekenprogramma geeft nu een schematische weergave van het getekende stelsel.
Zie verder de beschrijving van de rekenprogramma's.
Wijzigingen die binnen het rekenprogramma aan de secties en toestellen worden aangebracht hebben effect op de berekening in het rekenprogramma, maar worden niet meegenomen in de Adomi-tekening. U kunt dergelijke aanpassingen daarom beter in Adomi doen.
Berekende waarden en eigenschappen van zones worden wel in de uitwisseling met de Adomi-tekening meegenomen.
Nadat het stelsel is doorgerekend met het rekenprogramma, worden de diameterloze ontwerpsecties vervangen door productbuizen.
Een riool- of luchtstelsel dimensioneren
Allereerst verschijnt de dialoog die hoort bij het commando Wijzig eigenschappen. Deze eigenschappen worden opgeslagen als eigenschappen van het startpunt van het stelsel.
Vervolgens wordt de rekenmodule gestart en worden de gegevens van het stelsel doorgegeven aan de module. Na berekening worden de rekenresultaten aan iedere componentplaatsing van de sectie toegekend.
Vervolgens worden buizen bij de secties gezocht aan de hand van de inwendige diameter van de buis en de minimale diameter van de sectie.
Toestanden secties
Elke sectie bevindt zich voorafgaand aan het uitvoeren van dit commando in een van de onderstaande toestanden. Hierbij wordt ook toegelicht wat dit commando met de betreffende sectie zal doen.
Merkloos en diameterloos: er wordt een buis gezocht uit de voorkeuzediameters van de actieve productlijn.
Bepaalde productlijn maar diameterloos: er wordt een buis gezocht uit de voorkeuzediameters van de betreffende productlijn.
Bepaalde productlijn en diameter, en eigenschap Voorkeuze buis is 'Nee': er wordt een buis gezocht uit de voorkeuzediameters van de betreffende productlijn.
Bepaalde productlijn en diameter en eigenschap Voorkeuze buis is 'Ja': er wordt geen buis gezocht.
Opmerkingen
Wanneer er vooraf een deel van de tekening geselecteerd is, dan wordt alleen voor de secties binnen de selectieset een bijbehorende buis gezocht.
De actieve productlijn en de voorkeuzediameters worden gedefinieerd met het commando Productlijninstellingen.
Bij het zoeken van de buizen wordt de eigenschap Tolerantie diameterselectie gebruikt, zie Wijzig eigenschappen. Heeft deze eigenschap een waarde van bijvoorbeeld 5, dan is een buis geschikt voor een bepaalde sectie wanneer de minimale vereiste inwendige diameter van de sectie niet meer dan 5% groter is dan de inwendige diameter van de buis.
De buizen worden automatisch onder afschot geplaatst. Het afschot kan ingesteld worden via de eigenschappen van het startpunt van het stelsel. In het geval van een stelsel dat via de koppeling met de Geberit Pluvia rekenkern wordt uitgewerkt, wordt er geen afschot toegepast.
Geberit Pluvia
Voor het berekenen van een rioolstelsel waarbij Geberit Pluvia als productlijn is gekozen, wordt via internet verbinding gemaakt met de berkeningsserver van Geberit.
Om gebruik te kunnen maken van deze functionaliteit, is een licentie nodig. Deze licentie is verkrijgbaar bij Geberit.
Bij het starten van een berekening van een Geberit Pluvia-stelsel, wordt automatisch gecheckt op de aanwezigheid van deze licentie.
Is deze licentie niet aanwezig, dan verschijnt een dialoog die aangeeft dat hij kan worden geïmporteerd. De licentie wordt door Geberit verstrekt in de vorm van een .PLD-bestand. Dit is het bestand dat geïmporteerd moet worden.
Aansluitend kunnen de gebruikersvoorwaarden worden ingezien en geaccepteerd.
Het activeren van de licentie en het accepteren van de gebruikersvoorwaarden is eenmalig nodig.
In de dialoog die omhoog komt, kunnen de instellingen voor de Geberit rekenkern opgegeven worden. De ingestelde waarden voor materiaalspecificatie, lasverbindingen en bouwwerkafstanden worden in de rekenkern meegenomen bij het dimensioneren van de buizen.
De berekeningsserver van Geberit berekent de minimale inwendige diameters en geeft deze door aan Adomi. Daarnaast worden ook andere eventuele problemen met en aanbevelingen voor het ontworpen Geberit Pluvia-stelsel in een dialoog getoond. Het stelsel kan desgewenst meerdere malen worden aangepast, door bijvoorbeeld de diameters van bepaalde buizen handmatig aan te passen, en opnieuw worden doorgerekend.
In een Pluvia-stelsel vindt vaak verjonging in de standleiding plaats. De juiste inwendige diameters worden hiervoor vanuit de rekenkern teruggekoppeld naar Adomi, zodat met de functies om buizen en hulpstukken automatisch te plaatsen de juiste Geberit buizen en hulpstukken hierbij benut worden.
In een Pluvia-stelsel wordt standaard geen afschot toegepast.
Bij het uitwerken van het Pluvia-stelsel worden berekeningsbestanden gegenereerd, die in de projectmap worden opgeslagen. De bestandsnaam van deze bestanden is opgebouw vanuit de unieke index van het startpunt van het betreffende stelsel, en de stelselnaam die als eigenschap van het startpunt is ingevoerd.
Elementhoogte gebruiken voor toestelleidingen
Voor toestellen die een referentievlak hebben dat gelijk is aan dat van de horizontale sectie aldaar en een negatieve of positieve elemthoogte, wordt bij het uitvoeren van deze functie automatisch een verticale toestelleiding ingevoegd.
Deze toestelleiding krijgt als referentievlak dat van de horizontale sectie en als elementhoogte de elementhoogte die aan het toestel was toegekend.
Het toestel krijgt daarna als referentievlak de waarde die oorspronkelijk als referentievlak was ingevuld, met daarbij de oorspronkelijke elementhoogte opgeteld. De elementhoogte van het toestel wordt ingesteld op 0.