Sectie
Functie
Het invoegen van een sectie.
Werking
- Met deze functie kan een sectie toegevoegd worden aan een beginpunt of aan een andere sectie. 
Opmerking
- Een stelsel moet uit minimaal 2 secties bestaan om als geldig stelsel aangemerkt te worden. 
Instellingen sectie
- Sectie id - In dit veld staat het sectienummer. 
 
- Lengte (m) - Hier vult u de lengte van de sectie in. 
- De lengte van de sectie kan maximaal 999 meter bedragen. 
- Wanneer de lengte langer is dan 5 meter dan is het aan te bevelen om de lengte in meerdere secties te verdelen. 
- Bij elke nieuwe buis kan het programma dan de diameter wijzigen. 
- Op deze manier maakt u optimaal gebruik van de optimalisatierekentechnieken van het programma en verkrijgt u een zo economisch mogelijk ontwerp. 
 
- Oriëntatie - Hier vult u de oriëntatie in van de leidingsectie, waarbij: - H = Horizontale oriëntatie 
- V = Verticale oriëntatie 
 
- Als u de horizontale oriëntatie invoert dan rekent het programma met de voor dit stelsel geldende P-factor en afschot. 
- Bij een, voor deze sectie, afwijkende P-factor en afschot kunt u bij afwijkende instellingen deze afwijkingen invoeren. 
- Bij twijfel over een horizontale of verticale oriëntatie kiest u voor horizontale oriëntatie. 
 
- [✓] Fb-factor - Hier vult u de Fb-factor (voorheen: P-factor) in die, afwijkend van de standaard sectie-instellingen, specifiek geldt voor deze sectie. 
- De standaardinstellingen van de secties in het stelsel kunnen worden gedefinieerd bij het beginpunt. 
- De Fb-factor (zie NEN 3215, artikel 5.3.3.3) bepaalt de invloed van bochten op de afvoercapaciteit. 
- De waarde van de Fb-factor is gelijk aan 1 indien de maximale gesommeerde absolute richtingsverandering (MGAR) in een leidingtraject, afhankelijk van het leidingafschot, de aangegeven waarden in tabel 9 van NEN 3215 niet overschrijdt. 
- In alle andere gevallen wordt een factor van 0.85 aangehouden tenzij bovenstrooms een ontspanningsmogelijkheid aanwezig is. 
- Fb-factor = 1 als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - Bij een leidingafschot M:M groter dan 1:50 maar kleiner dan of gelijk aan 1:75 een maximale gesommeerde richtingsverandering van 22.5º 
- Bij een leidingafschot M:M groter dan 1:75 maar kleiner dan of gelijk aan 1:100 een maximale gesommeerde richtingsverandering van 45º 
- Bij een leidingafschot M:M groter dan 1:100 maar kleiner dan of gelijk aan 1:140 een maximale gesommeerde richtingsverandering van 67.5º 
- Bij een leidingafschot M:M groter dan 1:140 maar kleiner dan of gelijk aan 1:180 een maximale gesommeerde richtingsverandering van 90º 
- Bij een leidingafschot M:M groter dan 1:180 maar kleiner dan of gelijk aan 1:200 een maximale gesommeerde richtingsverandering van 112.5º 
 
- Als de maximale gesommeerde richtingsverandering wordt overschreden dan kan als waarde van de Fb-factor 0.85 worden aangehouden. 
- Als het leidingtraject is voorzien van een ontspanningsleiding, kunt u weer met de waarde 1 rekenen. 
- Per sectie kunt u van de standaardinstelling afwijken door de afwijkingen per sectie op te geven. 
 
- Afschot - Hier vult u het afschot in dat, afwijkend van de standaard sectie-instellingen, specifiek geldt voor deze sectie. De standaard instellingen van de sectie kunnen worden gedefinieerd bij het beginpunt. 
- Voor een afschot van 200 geldt de volgende verlaging: over een lengte van 200 meter verlaagt de leiding met een hoogte van 1 meter 
- Voor een afschot van 300 geldt dat over een lengte van 300 meter de leiding verlaagt met een hoogte van 1 meter. 
- Standaard wordt met een afschot gerekend van 200. 
- Overeenkomstig NEN 3215 moet de afschot van verzamelleidingen en grondleidingen ten minstens 1:200 en ten hoogste 1:50 bedragen. 
- Wanneer uitsluitend hemelwater wordt afgevoerd dan gelden deze voorwaarden niet. 
- Vanuit oogpunt van vervuiling wordt echter een minimaal afschot van 1:500 aanbevolen. 
- Voor toestelleidingen worden geen specifieke eisen aan het afschot gesteld. Enig afschot wordt wel aanbevolen. 
 
- Reeks buizen - Hier wordt voor deze sectie vastgelegd, afwijkend van de standaard sectie-instellingen, uit welk buizenbestand bij de berekening gekozen moet worden. 
- De standaard instellingen van de sectie worden gedefinieerd bij het beginpunt. 
 
- Buis - Voorselectie van de buisdiameter voor deze sectie. 
- De voorselectie van de buisdiameter wordt gebruikt om vooraf een gewenste buisdiameter op te geven. 
- Het programma houdt rekening met uw keuze. 
- Als echter in relatie tot het toegelaten drukverlies, snelheid en capaciteit de voorselectie niet mogelijk is, dan wordt uw keuze genegeerd en zal het programma de gewenste diameter tonen. 
 
- Berekende waardes - Onder de berekende waardes op het tabblad Sectie staan alle rekenresultaten voor de geselecteerde sectie, als de berekening is uitgevoerd.