Referentieview

Uitfasering referentieviews

De verouderde functionaliteit met betrekking tot referentieviews zal eind 2024 komen te vervallen. Als alternatieve werkwijze zijn in Adomi de dynamische views beschikbaar. Oude referentieviews in tekeningen die worden geopend in Adomi 2024, kunnen bij het opstarten direct geconverteerd worden naar dynamische views.

Functie

  • Een referentieview plaatsen.

Referentieview plaatsen

  • Selecteer in de bestandsselector een bestaande tekening. Vervolgens verschijnt de dialoog Referentieview paramters.

  • Als hoofdkeuze kan gekozen worden voor of een 🔘 Aparte instelling (viewnummer 0) die bij de referentieview wordt bewaard of een nummer van een 🔘 Interne view van de tekening.

  • Bij een aparte instelling, de meest gebruikelijke optie, kunnen in de dialoog de volgende eigenschappen van de referentieview worden ingesteld:

    • Uitsnede instellen:

      • Wanneer op de knop [Instellen...] wordt gedrukt verdwijnt de dialoog en wordt in het tekenveld de tekening waar de referentieview naar verwijst getoond.

      • In deze toestand kan de uitsnede (centrum en schaal) van de af te beelden tekening worden ingesteld. Verder kunnen in deze toestand alle eigenschappen, die verder op de dialoog staan en hieronder worden besproken, worden aangepast.

      • Door op F2 te drukken kan deze toestand weer worden verlaten en wordt weer terug gegaan naar de dialoog.

    • View parameters: wanneer op de knop [Instellen...] wordt gedrukt verschijnt de dialoog met View parameters. Hierbij geldt de ingestelde schaal automatisch als doelschaal, zodat alle schaalstijlen en papiermaten correct worden afgebeeld. Tevens staat de schakelaar [✓] Bewerkingsweergave altijd uit.

    • Schaal: de schaal waarop de tekening wordt getoond.

    • Stijlcorrectie: hier kan een Correctiestijl worden ingesteld voor de gehele referentieview. Dit kan door een stijlcode in te vullen in het invoerveld of door een correctiestijl te selecteren met de stijlselector door de knop [...] naast het invoerveld in te drukken.

    • Arceringstabel: de naam van de arceringstabel waarmee de tekening wordt getoond. Dit veld is ten behoeve van eerdere versies waar in plaats van stijlen, de arceringstabel en grafische index worden gebruikt. Via de knop [Wijzig] kunt u een arceringstabel aansluiten. Wanneer alleen stijlen worden gebruikt dan is het mogelijk om geen arceringstabel aan te sluiten.

    • Zichtbare lagen, nivo en aspect: de informatiescheiding waarmee de tekening wordt getoond.

  • Druk op de knop [OK] en voer een positie in voor de oorsprong van de referentieview.

  • Voer ten slotte de veelhoek van het kader van de referentieview in.

Opmerkingen

  • Als er na het invoeren van de oorsprong wordt afgesloten met de rechter muisknop, wordt de afmeting van het kader gelijk aan de huidige uitsnede op het beeldscherm.

  • Geadviseerd wordt om voorafgaand aan het commando referentieview de schermschaal op de waarde 1:1 te zetten.

  • Middels de knop Laden tekening wordt de betreffende tekening geopend volgens alle instellingen van de referentieview (lagen, uitsnede enz).

  • Bij het plaatsen van nieuwe referentieviews krijgen deze als lijnstijl voor het kader standaard de stijlcode 'ARKREFV'. Men kan deze lijnstijl zelf aanmaken en naar wens instellen. Als de stijl ontbreekt is het kader op het scherm rood en wordt niet afgedrukt.

  • De afbeeldsnelheid van de referentieview is trager wanneer de veelhoek van het kader geen Rechthoek is.

Meldingen

Melding

Betekenis

Referentieview kan niet in een verplaatste of verdraaide tekening.

Een referentieview kan niet in een verplaatste of verdraaide tekening opgenomen worden en kan niet geroteerd worden.

Pad mag niet veranderd worden!

Een referentieview-tekening moet in hetzelfde pad staan als de aangesloten projectbibliotheek of in een subpad ervan. De eventuele arceringstabel van een referentieview moet in het pad van de projectbibliotheek staan, of in het hoofdpad voor tabellen.

Bestand bestaat niet!

Er bestaat geen bestand met de ingevoerde naam.