Afsluiten 3D-lichaam

Functie

Diverse soorten 3-dimensionale objecten maken:

  • hellingen en gekromde vlakken

  • rotatielichamen, zoals potten, vazen, bollen, etc.

  • lineaire extrusies, zoals pijpen en profielen, met vaste of variabele doorsnede

Werking

  • Deze functie werkt in nauwe samenhang met de functie Wijzig 3D-lichaam.

  • Uitgangspunt is een type 2-component die één of meer elementen bevat die de vorm van het 3D-object beschrijven.

  • Zo'n component moet eerst worden aangemaakt met de gewone Adomi commando's Nieuwe component en Sluiten component en vervolgens in de tekening worden geplaatst. Pas dan kan deze functie worden gebruikt.

  • Activeer Wijzig 3D-lichaam en selecteer de te wijzigen component.

  • Wanneer de component al 3D-vlakken bevat, dan worden deze verwijderd, zodat alleen de vormbeschrijvende elementen overblijven.

  • Verander zonodig de vormbeschrijvende elementen.

  • Activeer Afsluiten 3D-lichaam om het object te sluiten.

  • Voer de code van de type 4-component in waarmee de 3D-vlakken moeten worden gemaakt (bijvoorbeeld een visualisatiestijl voor shading).

  • Afsluiten 3D-lichaamm maakt 3D-vlakken aan de hand van de vormbeschrijvende elementen met de opgegeven componentcode.

  • Wanneer het resulterende 3D-object nog niet de juiste vorm heeft, kan bovenstaande cyclus herhaald worden.

Vormbeschrijvende elementen

  • Afsluiten 3D-lichaam bepaalt automatisch welk type object gemaakt moet worden, aan de hand van de in de component gevonden vormbeschrijvende elementen:

    • Twee of meer polylijnen, of veelhoeken met referentievlakken op verschillende hoogte, en een gelijk aantal punten worden beschouwd als hoogtelijnen die een helling definiëren.

    • Eén of meer polylijnen met gelijke referentievlakken (0) worden beschouwd als contouren die een rotatielichaam beschrijven. Afsluiten 3D-lichaam vraagt dan om het aantal kanten (minimaal 2) en de hoek in graden waarover geroteerd wordt (360 voor een volledige cirkel).

    • Eén polylijn en één type 2 component met daarin één polylijn worden beschouwd als een extrusiepad en een dwarsdoorsnede voor een lineaire extrusie met vaste doorsnee.

    • Eén polylijn en daarop verschillende type 2-componenten met daarin één polylijn worden beschouwd als een extrusiepad met verlopende dwarsdoorsnedes voor een lineaire extrusie met variërende doorsnee. Wanneer er snedecomponenten op de uiteinden van de polylijn staan, dan vraagt Afsluiten 3D-lichaam of de plaatshoeken van deze componenten ook de beëindiging van de 3D-figuur bepalen. Bij bevestiging kan het extrusiepad scheef ophouden, anders zijn de uiteinden loodrecht op het pad.

    • Twee polylijnen met een gelijk aantal punten en één type 2-component met daarin één polylijn en met een extra referentiepunt worden beschouwd als een extrusiebaan waartussen de doorsnedecomponent wordt opgespannen van basispunt tot referentiepunt voor een lineaire extrusie met continu variabele doorsnee.

Opmerkingen

  • Componenten die met Wijzig 3D-lichaam en Afsluiten 3D-lichaam zijn gemaakt, moeten niet met de Adomi-commando's Openen component en Afsluiten component worden gewijzigd, anders gaan de beschrijvende figuren verloren.

  • De beschrijvende polylijnen of veelhoeken mogen bogen bevatten. Zorg wel dat het aantal kanten zo laag mogelijk staat, om de complexiteit van de resulterende objecten te beperken.

  • Voor lineaire extrusies is een component met de dwarsdoorsnede nodig. Bij extrusies met vaste doorsnede, dus maar één plaatsing van een snedecomponent, doet het er niet toe waar deze is geplaatst. Het is handig om deze op de lijn te zetten die het extrusiepad beschrijft, dan is deze bij de resulterende figuur onzichtbaar.