Verdeelkast

Gebruik je de functie 'Wijzig eigenschappen' op een verdeelkast die is gemaakt met de functie Maak verdeelkast, dan kunnen diverse eigenschappen van de gekozen verdeelkast, en van het elektrotechnische systeem in het project, worden aangepast.

  • Sluit aan op: in het geval van een hoofdverdeelkast geef je hier aan dat de verdeelkast aansluit op een netaansluiting. Is er sprake van een onderverdeelkast, dan kun je hier in plaats van een netaansluiting ook een andere verdeelkast in het project kiezen, waarop deze onderverdeelkast moet worden aangesloten.

  • Groep: heb je bij 'Sluit aan op' gekozen voor een andere verdeelkast, dan geef je hier aan op welke groep in de verdeelkast deze onderverdeelkast moet worden aangesloten. Met de knop [ ... ] kun je de eigenschappen hiervan zo nodig direct bewerken. Met de knop [ + ] kun je direct een nieuwe groep in de bovenliggende verdeelkast aanmaken, indien gewenst.

  • Netaansluiting: geef hier, indien van toepassing, het type netaansluiting op door er één te selecteren uit de keuzelijst, of via de knop [ + ] zelf een nieuw type netaansluiting aan te maken dat daarna overal in het project beschikbaar is. Met de knop [ ... ] kun je de eigenschappen hiervan zo nodig direct bewerken. Zie ook de aanvullende informatie over het beheren van kastcomponenten.

  • Kastnaam: hier geef je naar wens een unieke kastnaam op voor de nieuw te maken verdeelkast.

  • Omschrijving: desgewenst kun je de verdeelkast van een extra toelichtende tekst voorzien door hier een omschrijving in te vullen.

  • Hoofdschakelaar: hier stel je, indien gewenst, een 2- of 4-polige hoofdschakelaar in voor de nieuw aan te maken verdeelkast, of je kunt weer via de knop [ + ] zelf een nieuw type hoofdschakelaar in het project aanmaken. Met de knop [ ... ] kun je de eigenschappen hiervan zo nodig direct bewerken. Zie ook de aanvullende informatie over het beheren van kastcomponenten.

  • Extra kastcomponent: wil je direct na de hoofdschakelaar in het installatieschema een extra kastcomponent tonen, dan kun je dat hier instellen. Met de knop [ ... ] kun je de eigenschappen hiervan zo nodig direct bewerken. Je kunt ook zelf een nieuw type kastcomponent aanmaken met de knop [ + ]. Zie ook de aanvullende informatie over het beheren van kastcomponenten.

  • Leiding: kies hier welk type leiding er gebruikt wordt om de verdeelkast met de bovenliggende verdeelkast (of de netaansluiting) te verbinden. Met de knop [ ... ] kun je de eigenschappen hiervan zo nodig direct bewerken. Je kunt ook zelf een eventueel ontbrekend type leiding aanmaken met de knop [ + ]. Zie ook de aanvullende informatie over het beheren van leidingen.

  • Aarding: kies hier welk type aarding er gebruikt wordt om de verdeelkast te aarden en waarvan een schematische weergave onderaan het installatieschema moet worden opgenomen. Met de knop [ ... ] kun je de eigenschappen hiervan zo nodig direct bewerken. Je kunt ook zelf een eventueel ontbrekend type aarding aanmaken met de knop [ + ]. Zie ook de aanvullende informatie over het beheren van aardingen.

  • Klasse: de isolatieklasse van de verdeelkast staat standaard ingesteld op klasse II, maar kan hier desgewenst ingesteld worden op klasse I.

  • Rails: via de knop [ Beheren ] kun je de rails in deze verdeelkast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie over het beheren van rails.

  • Groepen: via de knop [ Beheren ] kun je de groepen in deze verdeelkast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie over het beheren van groepen.

  • Schakelgroepen: via de knop [ Beheren ] kun je de schakelgroepen achter deze verdeelkast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie hieronder over het beheren van schakelgroepen.

  • Gelijktijdigheidsgroepen: via de knop [ Beheren ] kun je de gelijktijdigheidsgroepen die in dit project kunnen worden toegepast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie hieronder over het beheren van gelijktijdigheidsgroepen.

  • Kastcomponenten: via de knop [ Beheren ] kun je alle types kastcomponenten die in dit project kunnen worden toegepast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie over het beheren van kastcomponenten.

  • Leidingen: via de knop [ Beheren ] kun je de leidingtypes die in dit project kunnen worden toegepast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie over het beheren van leidingen.

  • Vermogenscodes: via de knop [ Beheren ] kun je de vermogens- en armatuurcodes die in dit project kunnen worden toegepast toevoegen, wijzigen of verwijderen, zoals beschreven staat in de informatie over het beheren van vermogens- en armatuurcodes.