Startpunt
Startpunt van het stelsel
Het startpunt (of in het geval van riolering: eindpunt) van het stelsel wordt aangegeven door één startpunt te plaatsen. Met startpunt wordt een specifiek component uit de bij de discipline behorende merkloze bibliotheek bedoeld, die hiervoor bestemd is.
De componentplaatsing bepaalt de plaats van startpunt. Het gekozen startpunt en oriëntatie van hoe het startpunt geplaatst is, bepalen samen de uitstroomrichting en het eventuele hulpstuk dat ter plekke geplaatst wordt om de aansluiting in die richting mogelijk te maken. Aan de componentplaatsing zijn eigenschappen verbonden, zoals omschrijvingen en (reken)parameters van het stelsel.
Eigenschappen van de componentplaatsing
Iedere componentplaatsing van een startpunt bij riolering of lucht heeft de volgende eigenschappen:
Omschrijvingen van het stelsel:
Projectnaam
Tekstregel (vrij in te vullen)
Stelsel:
Tekstregel (vrij in te vullen)
Daarnaast worden per type stelsel nog enkele eigenschappen aan de startpunt gekoppeld.
Eigenschappen rioolstelsel
K-systeemwandruwheid
Bereik: 0.1 t/m 9.0
Standaardwaarde: 1.0
Regenintensiteit
Bereik: 0.01 t/m 1.0)
Standaardwaarde: 0.03
Gelijktijdigheidsfactor
Bereik: 0.5, 0.7 of 1.2
Standaardwaarde: 0.5
P-invloed horizontale leidingsecties
Bereik: 1.0 of 0.85; standaardwaarde: ‘0.85’
Afschot horizontale leidingsecties
Bereik: (1 m per 10 t/m 50 m
Standaardwaarde: 200
Alleen als horizontale sectie
K-tolerantie diameter mapping
Bereik: 0 t/m 100%
Standaardwaarde: 5
Eigenschappen luchtstelsel
Luchtaanvoer
Ja: aanvoer
Nee: retour
Stroomsnelheid categorie 1
Standaardwaarde: 3.00
Stroomsnelheid categorie 2
Standaardwaarde: 5.00
Stroomsnelheid categorie 3
Standaardwaarde: 9.00