Lijnstijl

Functie

De eigenschappen van een Lijnstijl instellen.

Lijnstijl instellen

Via het commando Nieuwe component wordt, na het kiezen van de optie Stijl en vervolgens Lijnstijl, een dialoog opgeroepen waarin de verschillende eigenschappen van de lijnstijl kunnen worden ingesteld.

Omschrijving

  • Hier kan een omschrijving van de stijl worden ingevoerd.

Kleur

  • De kleur die bij de lijnstijl ingesteld wordt, kan op twee manieren ingeregeld worden. U kiest ofwel met de kleurknop direct een kleur(waarde), ofwel via het codeveld daarnaast en de stijlselector (die u oproept via de knop [...]) een kleurstijl. De overige knoppen naast het invoerveld kunnen gebruikt worden om een nieuwe kleurstijl aan te maken en te selecteren, of de gekozen kleurstijl te bewerken.

Lijndikte (mm)

  • Hier stelt u de lijndikte in, door een waarde in mm te kiezen.

Patroontype

  • Hier kiest u het soort patroon, door één van de standaardpatronen te kiezen, of door 'Ander patroon' te kiezen.

  • Als u voor 'Ander patroon' kiest, worden de resterende invoervelden van de dialoog geactiveerd.

Patroondefinitie

  • Deze bevat een reeks getallen die lengtes aangeven in het patroon.

  • Het patroon bestaat uit maximaal zes paren van streeplengte en witruimte, gescheiden door komma's.

  • Streeplengte wordt met een positief getal aangegeven, witruimte met een negatief getal.

Patroonlengte

  • Patroonlengte is de totale repetitielengte van het patroon, oftewel: de lengte van het motief in het patroon.

  • Dit veld wordt in eerste instant automatisch gevuld met de absolute waarde van de som van de waarden die bij de patroondefinitie zijn ingevuld.

Papiermaat

  • Met de schakelaar [✓] Papiermaat wordt ingesteld of de patroonlengte is ingesteld in papiermaat of in wereldmaat.

OK

  • Wanneer de knop [OK] wordt ingedrukt, wordt de dialoog verlaten. Vervolgens wordt de stijldefinitie met de ingestelde attributen opgeslagen in de projectbibliotheek.